Zeg je Portugal, dan denken de meesten aan strandvakanties in de Algarve, een stedentripje Lissabon of in een gunstig geval aan reisje naar Porto, de bakermat van de portwijn. Maar ten noorden van Porto en de Douro-rivier valt er ook veel moois te ontdekken.
Dus dat was precies wat ik ging doen. Ticket naar Porto boeken (tip: ga met Transavia want met TAP heb je weliswaar gratis bagage, maar vlieg je altijd via Lissabon, ook al zegt de site dat je direct vliegt), autootje huren, voor de eerste paar nachten een AirBnB vastleggen en verder zie ik wel. Het liep uit op een rondje Noord-Portugal en Noordwest-Spanje (Galicië). Een groen rondje met iedere keer andere landschappen, dorpjes, cultuur en sfeer, zonder het gevoel te hebben dat je uren en dagen aan het rijden bent. En: ook al ga je niet te voet, het is duidelijk dat je hier pelgrimsroutes volgt. Via verschillende routes uit Spanje en Portugal wandelen mensen met heel diverse achtergronden en redenen dagen-, soms wekenlang ‘hun’ Camino naar Santiago de Compostela in Spanje. En die kom je dus onderweg ook overal tegen.
Wij startten onze pelgrimstocht (OK, met de auto) in Ponte de Lima, een heel oud provinciestadje aan de rivier de Lima, een uur rijden boven Porto. Met veel Romeinse gebouwen en resten (in heel Noord-Portugal zie je die veel terug), een fraaie Romeinse brug over de Lima, het jaarlijkse beroemde tuinfestival en niet te vergeten de grootste jaarmarkt uit de wijde omgeving: Feiras Novas.
Wil je echt kennismaken met de sfeer en cultuur, dan is een bezoek aan Ponte de Lima tijdens dit jaarfeest in september een echte must. Van lokale lekkernijen (olijfolie, gedroogde hammen, honing, banket en andere zoetigheden) en ambachten uit de streek (manden en tassen, kant en borduurwerk), via de uren durende optocht met praalwagens, drumbands en historische en folkloristische groepen, tot hele varkens aan het spit die -tot fricandeau versneden- op een heerlijk simpel broodje terecht komen voor de grote hoeveelheden mensen die Ponte de Lima tijdens deze dagen bezoeken. Tel daarbij op dat dit hét uitje is voor de lokale bevolking en je begrijpt waarom je ’s middags om 14 uur al stomdronken oudere heren aantreft, je spontaan in gesprek komt met dames in volle klederdracht, er overal prachtige paarden lopen (ze hebben in deze streek een eigen paardenras) en ’s avonds je door de mensenmassa’s heenwurmt die meeklappen en -zingen met accordeonspelende amateurs die zich elke 10 minuten verplaatsen en voor nieuwe opstoppingen zorgen. Reken op lange rijen bij restaurants, dus neem genoegen met zo’n heerlijk broodje vers varken of zwijn van het spit, aangevuld met wat churros of meer internationale snacks. Een belevenis; als je de kans krijgt moet je in de week van de jaarmarkt gaan! Boek wel echt op tijd je overnachtingen daar, want dan zit alles al snel vol.
Een half uurtje rijden richting kust langs de rivier de Lima ligt Viana do Castelo, een wat mondainere plaats dan Ponte de Lima met als hoofdattractie de stranden ten noorden en zuiden van het centrum en de Santa Luzia-basiliek op de berg. Vanaf de heuvel waar dit bedevaartsoord ligt (of klim in de basiliek helemaal naar de bovenste verdieping!) heb je prachtige uitzichten over de stranden, de monding van de rivier en de stad. Laat je niet afleiden door de grijze uitstraling van Santa Luzia, want binnen is het een prachtige witte kerk met fraaie schilderingen en panelen.
Een dagje toeren door het enige nationaal park van Noord-Portugal, Penada Gerês, is nog zo’n must-do. Of je dat nou te voet, met auto, te paard of op de fiets doet: de dorpjes, riviertjes, opslaghuisjes voor mais en graan die lijken op Romeinse graven rijgen zich aaneen met de druivenranken, slingerweggetjes met aan beide zijden stenen muurtjes (je hoopt maar dat je geen tegenliggers krijgt!) en de in het wild grazende koeien, schapen en paarden. Ik kan hier eindeloos rond blijven rijden, in een zelfs in september nog prachtig groen landschap met bergen, heide, valleien en watertjes.
Even doorrijden naar de stuwdam in het noordoosten (bij Miranda do Douro) en je rijdt zo Spanje in – en weer uit.
Bezoek in de streek ook even Ponte da Barca en Arcos de Valdevez, beide zijn middeleeuwse dorpen met hun eigen historische betekenis en dwaalstraatjes – en buiten het hoogseizoen heerlijk rustig en rustgevend.
Rij je vanaf Ponte de Lima een uurtje of twee noordelijk, dan zit je zo in Santiago de Compostela. Vergeleken met de streek waar je vandaan komt een drukke, dure Spaanse stad maar door de pelgrims die hun Camino hier eindigen en hun certificaat komen halen (en de familie die hen hier opwacht) én de vele studenten is het een heerlijke stedentrip. Onderweg kom je (als de de b-wegen neemt) zoals gezegd langs de weg vele pelgrims tegen die soms medelijden, soms respect afdwingen. Niet alle stukken zijn even wandelaarsvriendelijk of langs natuurschoon, dus in de auto is het opletten geblazen. Gelukkig heeft de Spaanse overheid borden langs de weg gezet ons voor overstekende pelgrims in het wild te waarschuwen ;-). Ik koos ervoor om de pelgrims te verwelkomen vanaf een terrasje, maar je kunt als je wilt ook het laatste stuk van de bedevaartweg zelf nog even bewandelen. Als je vertrekt vanaf Monte do Gozo loop je in ca. 1.30 uur grotendeels bergafwaarts naar Santiago.
Santiago de Compostela zelf is een heerlijke levendige stad, hoewel je soms het idee kan hebben dat de stad geregeerd wordt door de toeristen. Sla eens een rustige steeg in van het centrum af en ga je neus of je oren achterna. Mij bracht het naar leuke (studenten)barretjes, goede koffie, heerlijke wijn, een bijzonder restaurant in kantine-stijl en leuke gesprekken. Na de drukte van Santiago kun je ervoor kiezen om bijvoorbeeld in Pontevedra of Vigo wat strandactiviteiten te doen of te relaxen, of langs de kust terug naar Porto te rijden. Dat laatste is fijner voor de portemonnee, want ik merkte dat Spanje toch aanzienlijk duurder is dan (Noord-)Portugal.
We sloten onze vakantie af met een prachtige dagtrip te paard in de omgeving van Viana do Castelo, waar we over strand, heide en bergen stapten (en galoppeerden!). Op een paard heb je de tijd én de hoogte om volop te genieten van alles wat de prachtige omgeving te bieden heeft – ook in september. Ondanks ons gebrek aan paardrijervaring loodste Cristina van Lethes Go ons op haar lievelingspaarden opgewekt, respectvol en vriendelijk langs blaffende honden en opvliegende vogels en hup, in galop het duin op. Een passievolle, lieve gids die ons haar liefde voor de streek, het lokale paardenras en de natuur heeft overgedragen. Bovendien organiseert zij ook nog andere duurzame uitjes; daar kun je niet op tegen zijn ;-). Een aanrader dus!