Vol goede moed. En wat zijn we nog fris. We verwachten een rustige eerste dag ‘om er een beetje in te komen’. Maar deze toch al pittige dag eindigt met meer dan 3000 treden. Opwaarts. We zullen er de komende dagen achterkomen dat het zogenaamde ‘Nepali Flat’ dat de gidsen in Nepal gebruiken om het landschap aan te duiden werkelijk helemaal niks met ‘plat’ te maken heeft. Ook niet met het ons bekende ‘Hollands plat’. Gelukkig doen de eerste meterslange hangbruggen, imponerende besneeuwde bergtoppen en diepe valleien met kabbelende riviertjes je af en toe vergeten hoe zwaar het stiekem al is.
Onderdeel van onze tocht is de beklimming van Poon Hill. Een van de mooiste en bekendste uitzichtpunten van Nepal. Maar voor niks gaat de zon op. Om 5 uur staan we op om aan onze klim naar ruim 3200 meter te beginnen. En die is niet mals. Voor het eerst zien we onszelf en anderen het zwaar hebben met het klimmen op hoogte. Het uitzicht eenmaal boven is niet in woorden of foto’s te vatten. Adembenemend blijft het.
Het is bijzonder wat het met je doet. Lopen, lopen, lopen. Het enige waar we ons soms zorgen over maken is hoe we in hemelsnaam nog verder kunnen lopen. Nog nooit hebben we zoveel verschillende landschappen en seizoenen meegemaakt. Het ene moment wanen we ons in de Sound of Music met groene glooiende bergvlaktes, dan lopen we in herfstachtige bossen of gutsend van het zweet in de brandende zon om vervolgens af te koelen in de schaduw van de diepe jungle. Langzaam maar zeker de boomgrens verlatend verandert de omgeving weer drastisch. En de temperatuur ook.
Dag 6 is de laatste etappe naar het hoogste punt van onze trekking: het Anapurna Basecamp op bijna 4200 meter hoogte. Bekend om het fenomenale uitzicht waarbij je volledig omringd bent door immense besneeuwde bergtoppen. De tocht naar boven is zwaar, maar de blije gezichten van de mensen die ons zijn voorgegaan en de afdaling hebben ingezet, geven moed. Regelmatig horen we ‘it is so worth it’ uit de monden van deze blije gezichten klinken. We kijken uit naar de top, maar ook naar het moment waarop wij blij dartelend naar beneden afdalen. Anderen moed inpratend. Bij aankomst op de top is het mistig. Dat is normaal in de middag. Om te acclimatiseren maken we een wandeling naar nog wat hogerop. Dat helpt bij het wennen aan de hoogte en vergroot de kans op een goede nachtrust. Een bijna science fiction achtige omgeving. De vele steenmannetjes (stapels van door mensen gestapelde stenen) laten de sporen van vele voorgangers zien. Dat maakt indruk.
De volgende ochtend worden we wakker voor de zonsopgang. Ons hart kloppend vol verwachting. We zien vooral mist. En sneeuw. Dikke pakken sneeuw. Ongebruikelijk voor de tijd van het jaar begrijpen we van onze gids. De oorzaak volgens hem? Een ruziënd koppel of een wandelaar die vlees heeft meegenomen naar boven. Dat stemt de goden ongunstig. De sneeuw gaat bij de afdaling over in regen, heel veel en hele harde regen. We lopen, stilzwijgend achter elkaar. Acht uur aaneengesloten in stromende regen. Momenten die pas later een gevoel van overwinning oproepen.
De volgende dag lopen we maar drie uur en hebben we een rustdag in Chomrong. Bij de Hotsprings. We hebben geen idee wat ons te wachten staat. Maar een warm bad klinkt fijn. Een flinke wandeling naar beneden brengt ons bij twee baden aan de Modi Khala rivier. Meer hebben we niet nodig. Het is heel bijzonder. Met zijn allen in een warm bad midden in de jungle.
Pas als een jeep ons de laatste dag passeert realiseren we ons dat we 10 dagen geen gemotoriseerd voertuig hebben gezien. Dit besef doet ons ook weer beseffen wat voor bijzonder avontuur we achter ons hebben liggen. En wat zijn die tien dagen omgevlogen. Wat een avontuur.
We hebben allebei geen kinderen maar het is waarschijnlijk net als een bevalling denken we. Regelmatig wil je het opgeven en vraag je je af hoe je het gaat volbrengen. Maar de natuur is zó mooi en de tocht zó gaaf, de ellende vergeet je of wordt vooral een mooi verhaal of gevoel van overwinning. En wat hebben we mooie herinneringen opgebouwd. En ijzersterkte beenspieren.
Terug in Pokhara genieten we van een warme douche, onze eigen wc, een heerlijke massage en hamburgers. En een onvergetelijk paragliding avontuur. Want de hang naar avontuur suddert nog even door. En het mooie uitzicht, dat ben je nooit beu.
De laatste dag brengen we door in Kathmandu. In Kathmandu zien we voor het eerst sporen van de aardbevingen. Bijvoorbeeld aan de tempels op het bekende Durbar Square. Maar het is absoluut nog steeds, of eigenlijk juist, de moeite ze een bezoek te brengen. Want het zou voor ons heel raar hebben gevoeld om dit land te hebben bezocht en niks te hebben gezien of meegekregen van dat wat er is gebeurd. Het is onderdeel van het land, van het leven van de mensen daar, hoe treurig ook.
We besluiten om de economie nog wat te spekken met het kopen van wat souvenirs voor thuis en mooie sjaals. De Yakwol en Cashmere vliegen je hier om de oren.
We zullen nog vaak met een bijzonder gevoel terugdenken aan ons avontuur. En als we het even vergeten zorgt onze spierpijn daar de eerste dagen na thuiskomst wel voor.
Deze gastblog is geschreven door Manon Huntjes & Nesrien Abu Ghazaleh. Nesrien heeft een passie voor natuur, avontuur en ontwikkeling. Nepal heeft haar weer het gevoel gegeven te leven; de natuur is zo indrukwekkend, de tocht fysiek zwaar en de rust die Nepal biedt, zet je op alle manieren aan het denken. Manon is gek op Azië. En op buitenzijn. Het liefst in de natuur. Het was al snel duidelijk dat Nepal een van haar favorieten zou worden. En ze hoopt dat snel weer veel meer mensen het land zullen opzoeken. Daar wordt iedereen beter van!